Succesvolle Alpentocht levert bijna twee ton op!
Het beklimmen van de Mont Ventoux, op welke manier dan ook, is een ‘apart feestje’. Hieronder wat persoonlijke indrukken van Benny ten Hoeve en Bob de Jong die namens het team van het vakblad Installatie Totaal de berg opwandelden.
‘Waar blijft de 3? ‘
Het gevoel was goed. De nodige kilometers gewandeld in de voorbereiding, mooi weer … wat wil je nog meer? Voor het echt tot goed tot ons door is gedrongen staan we al aan de voet van de berg. Samen gestart om 08.39 uur. De eerste kilometers verlopen voorspoedig. We vragen ons na ruim een uur wel af waar alle fietsers blijven. De kilometerpaaltjes werken stimulerend: 19, 18, 17 … De eerste fietsers passeren ons. Ik keek wel eens naar het wielrennen, maar langzamerhand begint echt door te dringen wat 5% stijgingspercentage echt betekent. Zo rond kilometer 5 vraag ik aan Benny hoe het gaat. Hij antwoordt: ‘goed maar het is wel pittig.’ We lopen grotendeels gezamenlijk op. Af en toe praten we wat, maar naarmate de kilometers vorderen wordt dat minder. Benny loopt gemakkelijker dan ik en hij loopt soms vijftig tot honderd meter voor mij uit. Ik heb een Ipod mee, maar die blijft uit.
Het uitzicht wordt alleen maar mooier. Het wandelen wordt zwaarder en zwaarder. Ik voel het vooral in mijn liezen en knieën. Schrale troost: bij Benny hetzelfde verhaal. Na een korte pauze wordt het echt heftig: een paar kilometer met 11en 12%. De passen worden kleiner en ik tel hoeveel passen ik per witte streep langs de kant van de weg maak: het zijn er vijf. Minder moet dat niet worden.
Onderweg komen we her en der fietsers en wandelaars tegen die het moeilijk hebben. Opbeurende woorden naar elkaar. ‘Je kunt het, doorgaan, komt goed’. We hebben uiteraard voedsel en water mee, maar het is toch heel prettig dat Robert (van de Peppel) als begeleiding mee is. Op diverse punten staat hij ons aan te moedigen. Op de kilometerpaaltjes zien we 8,7, 6 …mijn liezen, mijn knieën, mijn heupen, mijn enkels … ik wist niet waar je overal pijn kon krijgen: nu wel. We passeren kilometer 5 en 4. Verlangend kijk ik uit naar 3, maar die komt maar niet en die komt maar niet en …. Ik roep naar Benny: waar blijft die 3? Benny, die een stuk voor mij loopt, kijkt om en roept ‘Geen idee, maar kijk eens omhoog’. Dat doe ik en ik zie het monument op de top. Dan wordt het nog even heel steil, maar nu is er niets meer dat ons zal weerhouden om de kale berg te bedwingen. Om 13.58 uur staan we boven. Gehaald. Een bijzondere dag.’ Bob de Jong/Benny ten Hoeve