Warmtepomp- en warmtenetbeleid in de knel: oproep tot gerichte subsidie-inzet
De Algemene Rekenkamer heeft in het rapport Een koud bad voor warmtenetten – Tijd voor bijsturing van de warmtetransitie geconcludeerd dat het huidige Rijksbeleid rondom de warmtetransitie niet voldoende integraal is. Een van de aanbevelingen is om subsidies voor warmtepompen en warmtenetten beter op elkaar af te stemmen en geen subsidies meer te verstrekken voor individuele warmtepompen in gebieden waar een collectief warmtenet gepland staat. De publicatie van het rapport heeft geleid tot reacties van verschillende partijen binnen de sector, waaronder de Vereniging Warmtepompen, de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) en Stichting Warmtenetwerk.
Vereniging Warmtepompen: 'Subsidies niet zomaar schrappen'
De Vereniging Warmtepompen erkent dat in wijken waar op korte termijn een collectief warmtenet wordt aangelegd, het logisch is om individuele oplossingen minder te stimuleren. Tegelijkertijd betwist de branchevereniging dat de populariteit van warmtepompen de oorzaak is van de financiële onhaalbaarheid van warmtenetten. Volgens de organisatie spelen andere factoren, zoals investeerbaarheid en kosten voor eindgebruikers, een grotere rol.
Daarnaast wijst de vereniging erop dat de verplichte plaatsing van een hybride warmtepomp bij gasketelvervanging eerder een terugverdientijd van maximaal zeven jaar als voorwaarde had. Daarom zou dezelfde termijn moeten gelden voor de zekerheid van een warmtenet voordat een woningeigenaar wordt uitgesloten van ISDE-subsidie. "Bij onzekerheid langer dan zeven jaar zou woningeigenaren niet de mogelijkheid moeten worden ontzegd om tóch een verduurzamingsstap met een (gesubsidieerde) warmtepomp te maken," aldus de vereniging (bron: Vereniging Warmtepompen).
NVDE: 'Subsidies slimmer inzetten'
De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) sluit zich aan bij de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat subsidies doelmatiger moeten worden ingezet. "Geld is schaars, dus is het logisch om scherper te kijken naar de inzet van Rijksmiddelen. Dan is het logisch om geen warmtepompen te stimuleren in wijken of buurten waarvan we nagenoeg zeker weten dat er een warmtenet komt," stelt Olof van der Gaag, voorzitter van de NVDE (bron: NVDE). Tegelijkertijd benadrukt hij dat plannen voor warmtenetten wel concreet moeten zijn. "Burgers mogen niet de dupe worden van vage plannen en gebrekkige uitvoering. Waar plannen nog heel vaag zijn, wil je welwillende woningeigenaren blijven stimuleren om stappen te nemen, waardoor zij minder of geen gas meer hoeven te stoken."
Daarnaast wijst de NVDE op de ongelijke verdeling van infrastructuurkosten tussen warmtenetten en warmtepompen. Gebruikers van warmtenetten betalen grotendeels zelf voor de infrastructuur, terwijl het elektriciteitsnet – waar warmtepompgebruikers op leunen – collectief wordt gefinancierd. De vereniging pleit voor een herverdeling van kosten om het speelveld eerlijker te maken.
Stichting Warmtenetwerk: 'Laagste maatschappelijke kosten moeten leidend zijn'
Stichting Warmtenetwerk sluit zich grotendeels aan bij de analyse van de Rekenkamer. De organisatie onderstreept het belang van zowel individuele als collectieve oplossingen en pleit voor een effectief subsidiebeleid. "Investeerbaarheid en betaalbaarheid van warmtenetten staan nu onder druk. Het is daarom noodzakelijk om zo slim mogelijk om te gaan met subsidies," aldus Stichting Warmtenetwerk (bron: Stichting Warmtenetwerk).
De stichting verwijst ook naar haar Warmtemanifest uit 2024, waarin gepleit wordt voor een energiebeleid dat zich richt op de laagste maatschappelijke kosten, het versneld inzetten op energieplanologie en een eerlijkere verdeling van kosten binnen het energiesysteem. Net als de NVDE stelt de stichting dat de infrastructuurkosten van warmtenetten voor een groter deel gesocialiseerd zouden moeten worden, of dat gebruikers van warmtenetten een lager vastrecht voor stroom zouden moeten betalen dan gebruikers met een warmtepomp.
Conclusie
De discussie rondom subsidies voor warmtepompen en warmtenetten zal de komende tijd ongetwijfeld voortduren. Alle betrokken partijen onderstrepen het belang van een eerlijke verdeling van kosten en een efficiënte inzet van subsidies, waarbij de laagste maatschappelijke kosten leidend zouden moeten zijn. De aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer kunnen mogelijk leiden tot beleidswijzigingen, maar de vraag blijft hoe concreet en voorspelbaar de aanleg van warmtenetten daadwerkelijk wordt. Voor woningeigenaren en installateurs blijft het daarom cruciaal om goed op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de warmtetransitie.







