Groei warmtepompverkoop vlakt af
Nederland volgt Europees tempo
De verkoop van warmtepompen voor individuele woningen is in het derde kwartaal van 2025 met 6 procent gestegen ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Daarmee vertraagt de groei aanzienlijk vergeleken met het eerste halfjaar, toen nog een toename van 35 procent werd gemeld. De Nederlandse markt beweegt nu in lijn met de Europese marktgroei, die in het eerste halfjaar gemiddeld 9 procent bedroeg. De terugval van 30 procent in 2024 ten opzichte van topjaar 2023 is echter nog niet hersteld.
In het derde kwartaal van 2025 werden door fabrikanten en importeurs met bijna 28 duizend warmtepompen (exclusief airconditioners) voor individuele woningen 6% meer verkocht dan de bijna 26 duizend in het derde kwartaal vorig jaar. De opleving in het eerste halfjaar blijkt daarmee incidenteel, niet structureel te zijn geweest. De vraag in de renovatiemarkt wordt nog altijd sterk bepaald door overheidsbeleid en -instrumenten. Zo werd de ISDE-subsidie van kleine individuele (hybride) lucht-water warmtepompen begin dit jaar verlaagd, met een overgangsregeling. Deze wijziging leidde tot een bestellingenpiek in het vierde kwartaal 2024 en die in de eerste maanden van 2025 werd uitgeleverd, wat de voornaamste reden is voor de relatief hoge groei in het eerste halfjaar.
Het wegblijven van structurele groei brengt de beleidsdoelstelling van een klimaat-neutrale gebouwde omgeving in 2050 verder in gevaar: Een verdubbeling van het aantal nieuwe installaties per jaar is nodig om van 1 warmtepomp in elke 12 woningen nu, via 1 op 5 in 2030 uiteindelijk naar 7 warmtepompen op elke 10 woningen in 2050 te komen.
Aanvullend stimulerend beleid is dringend gewenst om de sectorcapaciteit op peil te houden. Daarbij dient, naast financieel aantrekkelijke aanschaf van een warmtepomp en aandacht voor net-capaciteit, tevens te worden gewaakt voor een aantrekkelijke verhouding tussen de prijs van elektriciteit en gas. Deze verhouding was in Nederland relatief gunstig in afgelopen jaren maar beweegt momenteel langzaam de verkeerde kant op.