Brons en gietijzer als vervanging van messing inregelappendages

Avantium heeft een nieuwe pilotplant, gebouwd voor de productie van tweede generatie glucose. Deze fabriek staat op de locatie van Avantium, omderdeel van DSM, op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. „Het bestek voor de pilotplant is geschreven door Eric Truch van Huygen Installatie Adviseurs uit Maastricht”, zegt Van den Pol. „Frank Peters calculator-engineer en Frank van Wijk projectleider/-manager Strukton Worksphere Eindhoven zijn met het bestek aan de slag gegaan.

Ze kregen de opdracht om een alternatief te vinden voor de standaard messing inregelappendages dat kwalitatief even goed is en liefst goedkoper is. Die vraag legden ze bij Sjaak de Graas en Gert-Jan Bod van Rensa key accounts neer. Die verwezen door naar onze gietijzeren en bronzen inregelappendages. Daarop hebben we alle inregelappendages voor de pilot plant geleverd.”

Ontzinking

De pilot plant is een testfabriek waar DSM nieuwe soorten producties gaat uitproberen. „Voor die producties worden vloeistoffen en chemicaliën door leidingen naar verschillende bestemmingen in de productie vervoerd”, legt Van den Pol uit. „Om de juiste vloeistoffen in de juiste hoeveelheid naar de juiste plek te krijgen zijn inregelappendages nodig. Ze wilden liever geen standaard messing omdat daar het probleem van ontzinking speelt.

Door de ontzinking wordt het materiaal bros en het gaat op den duur stuk. Nu is er wel ontzinkingsarm messing, dat is een bewerkt soort messing waarbij de ontzinking veel minder is, maar je kunt het nooit honderd procent tegengaan. Het gevaar van ontzinking is altijd aanwezig. Daarom werd naar een goed alternatief gezocht.”

Afkeuring pilotplant

Oventrop maakt de inregelappendages van brons. „Hiermee is het probleem van ontzinking opgelost”, geeft Van den Pol aan. „Bij deze opdracht hebben prijs en materiaal de keuze bepaald. Dit is er allemaal aan vooraf gegaan voordat wij in beeld kwamen. Stukton kwam bij Rensa met vraag dat ze bepaalde regelappendages zochten. Rensa zei: we hebben een alternatief en dat is Oventrop. Prijs en kwaliteit kwam goed tegen elkaar uit en Strukton ging er mee aan de slag.

Tot ieders tevredenheid, dachten we. Het ging goed tot Huygens voor de inspectie kwam en zag dat er andere appendages gebruikt waren dan dat zij geadviseerd hadden. Ze keurden daarom in eerste instantie de plant af. Iedereen werd toen uiteraard zenuwachtig. Ik heb toen met onze fabriek gebeld met de vraag of we iets hebben waarmee we kunnen onderbouwen dat onze appendages net zo goed of beter zijn dan de voorgeschreven appendages. Vanuit onze fabriek in Duitsland kreeg ik dezelfde dag nog de bevestiging en kon ik de technische specificaties laten zien. Samen met een collega heb ik een uitgebreide verwoording gemaakt in het Nederlands gemaakt van alles wat in het bestek staat.”

Een greep uit de inregelventielen

Oventrop heeft een groot aantal inregelafsluiters geleverd, van heel kleine ½” draaduitvoeringen tot grote gietijzeren flens uitvoeringen. Draaduitvoering zijn van brons en de flensuitvoering zijn van gietijzer of brons. Het gaat onder meer om de Hydrocontrol VTR en VFC inregelafsluiters van Oventrop. „De afsluiters zijn van brons en van een ontzinkingsbestendige legering als A-metal”, laat Van den Pol weten.

„De Hydrocontrol VTR is leverbaar met een binnen- en buitendraad of press aansluiting. Hierop zijn diverse koppelingen leverbaar. De Hydrocontrol VTR/VFC wordt gebruikt voor inregelen, meten, afsluiten, vullen en aftappen.” De VFC is leverbaar in flens en groef (Victaulic) uitvoering in de afmeting DN65 tot DN400. De Hydrocontrol VTR en VFR hebben een drinkwaterkeur DVGW. Ook inregelafsluiters met KIWA-keur (Aquastrom C) heeft Oventrop in het programma.

Goede onderbouwing

„Het is wel een interessant verhaal dat de pilot plant eerst afgekeurd wordt omdat er gekozen is voor Oventrop als alternatief in plaats van het in het bestek opgenomen merk”, vindt Van den Pol. „We hebben een dermate goede onderbouwing aangeleverd dat de pilot plant toch goedgekeurd is. Met als resultaat dat we niet alleen voor deze plant het materiaal geleverd hebben, maar ook nog voor drie andere projecten die onder de vlag van DSM vallen, de Biobased, Sappi en Technoforce plants.

Zo zie je maar dat een standaard traject ook anders kan door niet alleen de groothandel en de installateur te overtuigen maar ook de adviseurs. Het grappige is dat het verhaal nu andersom ging. Eerst de groothandel en installateur en toen het adviesbureau. Tegen de stroom in hebben we dus nog drie plants kunnen beleveren. Dat hadden we nooit verwacht. Uiteraard promoten we onze producten ook via de traditionele kanalen, maar om via dit omgekeerde kanaal tot het gewenste resultaat te komen is heel leuk.

Hier moet je tegenaan lopen. Daar kun je niet op sturen. De manier waarop we het probleem van de afgekeurde plant hebben opgepakt is blijven hangen. Bij ons worden problemen snel opgelost. Dat konden we zo laten zien. Het mooie is dat de samenwerking en de verstandhouding van de betrokkenen binnen de bouwkolom veel hechter is geworden. We hebben laten zien dat we met een relatief kleine organisatie, in Nederland, flexibel zijn. We zoeken de beste oplossing voor de klant. We zijn gedreven en vinden het leuk om ons werk te doen.”