Warmtepompmarkt krimpt 27% in 2024, groei naar 2030 onzeker

Geplaatst op 31 januari 2025 door Redactie

Sinds eind 2024 wordt één op de twaalf woningen verwarmd met een warmtepomp. Om het beleidsdoel voor 2030 te halen, is echter een flinke groeiversnelling nodig. In 2024 kromp de markt met 27%, ondanks een opleving in het vierde kwartaal.

In 2024 werden in Nederland 110.000 warmtepompen voor woningen verkocht, een daling ten opzichte van de 150.000 in 2023. Daarmee komt de uitrol van warmtepompen onder druk te staan, terwijl overheidsdoelen juist een forse groei vereisen. Momenteel is één op de twaalf woningen voorzien van een warmtepomp, waarvan ruim 200.000 sinds 2021 in bestaande woningen zijn geplaatst. Om in 2030 één op de vijf woningen te verduurzamen met een (hybride) warmtepomp, moeten jaarlijks 150.000 systemen in bestaande woningen worden geïnstalleerd, oplopend tot ruim 200.000 inclusief nieuwbouw. Tegelijkertijd loopt de warmtepompmarkt steeds meer risico door afbouw van stimuleringsmaatregelen. Ook de utiliteitssector kende een daling, met een terugval van 16% ten opzichte van 2023. De sector waarschuwt dat aanvullend beleid en middelen nodig zijn om de kabinetsdoelen haalbaar te houden.

Van de 110.000 warmtepompen voor woningen in 2024 waren zo’n 50.000 voor de nieuwbouw, vanwege de sinds 2018 verplicht aardgasloze nieuwbouw allemaal all-electric. Bijna 14.000 daarvan waren water-water-warmtepompen en ruim 36.000 lucht-water-warmtepompen. Van de 60.000 warmtepompen voor bestaande woningen waren er bijna 20.000 all-electric waarmee in 2024 de verhoudingstrend wordt gebroken in het voordeel van de hybride warmtepomp.

Het marktvolume in de eerste drie kwartalen van 2024 was de helft van dezelfde periode in 2023. Deze marktkrimp zette al in gedurende het laatste kwartaal 2023; in het recente kwartaal trok de markt voor zowel hybride als all-electric lucht-water warmtepompen voor de bestaande woningbouw juist aan door de voor 2025 aangekondigde verlaging van ISDE-subsidie op kleine lucht-water warmtepompen. De branche verwacht dan ook dat deze opleving van tijdelijke aard zal zijn, met een geleidelijke terugval in de loop van 2025, wegens de overgangsregeling voor nog in 2024 geaccepteerde particuliere offertes.

De sector was en is klaar om haar aandeel in de verduurzaming van woningen en gebouwen te leveren. De actuele en structurele krimp heeft fabrikanten echter genoopt om capaciteit af te bouwen. Er was in de jaren voorafgaand aan 2024 juist zwaar geïnvesteerd in productie- en installatiecapaciteit, vanuit afspraken tussen sector en overheid in het nationale actieplan (hybride) warmtepompen. Deze afspraken werden echter door het kabinet Schoof eenzijdig opgezegd met als evident resultaat economische schade voor fabrikanten en dat beleidsdoelen buiten beeld raakten. Hoewel een investering in een warmtepomp sowieso áltijd rendeert, vraagt versnelling in de huidige markt om aanvullend beleid om aanschaf en gebruik aantrekkelijk te houden. De aard van de klanten is aan het verschuiven van de ‘early adopters’ naar de kritischere ‘early majority’ waardoor alleen de spreekwoordelijke wortel – ISDE-subsidie – onvoldoende is voor versnelling. En die budgetten staan zelfs onder druk de komende jaren. Ook de verhouding tussen de prijs van elektriciteit en aardgas is een belangrijke driver.