Veel bewoners nog niet op de hoogte van wijkgerichte aanpak energietransitie

Geplaatst op 22 juni 2020 door Redactie

Ondanks dat de coronacrisis de laatste maanden de media in zijn greep heeft, moeten we niet vergeten dat we ook midden in een andere crisis zitten; de klimaatcrisis. De deadline (eind 2021) van de eerste versie van de Transitievisie Warmte (TVW), die gemeenten moeten opleveren, nadert. De energietransitie is naast een klimaatopgave ook een sociale opgave. Het creëren van draagvlak onder bewoners en bedrijven is dan ook van groot belang. Maar bij wie ligt eigenlijk de verantwoordelijkheid om in gesprek te gaan met de bewoners?

In het rapport ‘Corporaties en gemeenten in beeld’ wordt onder andere ingezoomd op de aanpak van de energietransitie en de huidige status hiervan volgens corporaties. Hieruit blijkt dat een groot aandeel (>60%) van de ondervraagde corporaties aangeeft dat er nog geen gesprekken over de wijkgerichte aanpak met buurtbewoners zijn geweest. In dit artikel bespreken we, vanuit het oogpunt van zowel gemeenten als woningcorporaties, een aantal inzichten die BouwKennis de afgelopen maanden heeft verkregen.

Duurzaam verwarmen vraagt om wijkgerichte aanpak

Vanuit het Klimaatakkoord hebben gemeenten de taak gekregen om een TVW op te stellen. Hierin legt de gemeente een tijdstip vast waarop wijken van het aardgas af gaan. De gemeente bepaalt uiteindelijk de uitvoering op wijkniveau en maakt een besluit over de alternatieve energie-infrastructuur. Deze TVW’s worden uiteindelijk vertaald naar een uitvoeringsplan. Door middel van de wijkgerichte aanpak wordt er onderzocht welke manier van duurzaam verwarmen aansluit bij een bepaalde wijk. Dit kan een warmtenet zijn, een hybride oplossing, een all electric systeem of een combinatie hiervan. Voor welke optie er wordt gekozen hangt af van de mogelijkheden in een gebied. Daarnaast speelt ook de conditie van de woning en het bijbehorende energielabel mee. Wanneer er een warmtebron beschikbaar is, bijvoorbeeld de mogelijkheid tot geothermie of aquathermie, zal men eerder kiezen voor het aanleggen van een warmtenet. Wanneer er minder mogelijkheden in het gebied aanwezig zijn is all electric een goede oplossing.

Het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (RES), dat wordt opgesteld door de daarvoor specifiek aangestelde RES regio’s, maakt gebruik van de opgedane kennis vanuit de TVW’s. Door middel van de RES wordt er onderzocht of warmtebronnen uit de TVW’s niet te veel worden belast of juist onbenut blijven en wordt er gekeken naar de benodigde energie-infrastructuur.

Proeftuinen wortelen vooral in grotere gemeenten

Vanuit het Rijk worden er subsidies verleend voor de warmtetransitie op wijkniveau, dit heet ook wel het Programma Aardgasvrije Wijken. Wanneer een gemeente een goed plan van aanpak voorlegt komt zij hiervoor in aanmerking. Vooralsnog bevinden deze proeftuinen zich vooral in grotere gemeenten. Ons onderzoek wijst dan ook uit dat de beschikbare capaciteit bij gemeenten voor de energietransitie in minder stedelijke gebieden te klein is. Dit is aan de ene kant een schokkende uitkomst omdat iedere gemeente genoodzaakt is tot het opstellen van een warmtevisie, maar hier wellicht geen capaciteit
voor heeft. Aan de andere kant kunnen de opgedane ervaringen bij de proeftuinen wellicht sneller worden geïmplementeerd bij de minder stedelijke gemeenten. Hulp vanuit het Rijk en samenwerking met andere gemeenten is hierbij van belang.

Buurkracht zet in op burgerparticipatie

De energietransitie is naast een klimaatopgave ook een sociale opgave. Het creëren van draagvlak bij de bewoners is van groot belang. Verschillende gemeenten zetten dan ook partijen in die experts zijn op dit gebied. Buurkracht is hiervan een voorbeeld. Buurkracht heeft speciaal voor de wijkgerichte aanpak een nieuwe methode ontwikkeld. Deze partij heeft de energietransitie en burgerparticipatie hoog in het vaandel en weet dan ook goed dat het zeer gebiedsafhankelijk is hoe een wijk of buurt het beste kan worden benaderd. Er is namelijk een groot verschil hoe een wijk of buurt in het zuiden van het land moet worden benaderd ten opzichte van een buurt in het westen van het land.

Het creëren van draagvlak onder bewoners in de vrije huursector vergt weer een andere aanpak dan bij de sociale huursector. Steeds meer gemeenten zien in dat bewoners makkelijker zijn mee te nemen in de plannen wanneer men de boodschap van buren of burgers horen, dan wanneer de boodschap enkel vanuit de gemeente wordt uitgedragen.

Heeft de gemeente voldoende slagkracht?

Maar wie is nu verantwoordelijk voor het informeren van al deze bewoners en het creëren van draagvlak? Vanuit het Rijk heeft de gemeente de taak gekregen om een wijkgerichte aanpak te regisseren, maar zij kan dit niet alleen. Een goede samenwerking tussen bedrijven, bewoners en gemeenten is noodzakelijk. Daarnaast moet iedere gemeente over genoeg capaciteit beschikken.

Vanuit ons onderzoek is naar voren gekomen dat de grotere meerderheid van de ondervraagde gemeenten én corporaties van mening is dat de gemeente het voortouw neemt in de wijkgerichte aanpak. Of het Rijk op dit moment voldoende budget, capaciteit, expertise of wettelijke instrumenten beschikbaar stelt om gemeente hierin te ondersteunen is nog maar de vraag.

Neem voor meer informatie over het onderzoek contact op met marktinformatiespecialist Maurice van Dijk via maurice.van.dijk@bouwkennis.nl of 010-206 69 96.

Bron: Bouwkennis

Reageren

Vul de gegevens in en uw naam en reactie zullen op de website worden getoond. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.
Dero-Uitgevers gaan zorgvuldig om met uw persoonsgegevens.
Bekijk het privacy statement