Timmerfabriek verwarmen met eigen afvalhout

Geplaatst op 22 maart 2019 door Redactie

Rijksen Speciaal Timmerwerk houdt zich hoofdzakelijk bezig met maatwerk in de bouw van keukens en interieurbouw. „We gebruiken naast andere materialen ook massief hout”, vertelt Thomas Rijksen, directeur en eigenaar. „Wij zijn één van de weinige bedrijven die dit nog doen. Het afval van het massieve hout versnipperen we en dat is de brandstof voor de biomassaketel. Zo zetten we ons afvalhout om in warmte.”

Het pand van Rijksen in Maurik is nieuwbouw. „Ze wilden gasloos”, zegt Erik Moesbergen, van Handelsonderneming Bergen uit Renswoude. „Een biomassaketel is momenteel het beste alternatief voor verwarming waarbij hogere temperaturen gevraagd worden. Die hebben ze hier nodig om de spuiterij voor meubels te verwarmen en voor de heaters en stralingspanelen in de productiehal.” Bergen levert biomassaketels in de range van 20 tot 525 KW. Bij Rijksen staat de biomassaketel van 500 kW. „Het is een nieuw pand, dat nu ongeveer een half jaar in gebruik is”, vertelt Moesbergen. „Het is zo goed geïsoleerd dat de ketel nog bijna geen branduren heeft gemaakt. Nu de winter eraan komt, zal de ketel vaker branden.”

Interessant voor grootverbruikers

„We plaatsen veel biomassaketels”, laat Moesbergen weten. „Onze markt is overal waar veel energiebehoefte is, op industrieel, agrarisch en recreatief gebied. Iedereen die meer 8 duizend kuub gas of 5.000 liter olie of propaan verbruikt is een grootverbruiker, en voor hen is een biomassaketel interessant. We leveren ook biomassaketels voor campings, voor de verwarming van douches en het zwembad, en voor bedrijven waar constante warmte nodig is, zoals kalver- en vleeskuikenbedrijven.

„Onze markt is overal waar veel energiebehoefte is, op industrieel, agrarisch en recreatief gebied.”

In principe is het allemaal hout verbranden, maar toch is ieder project anders. Het mooie is dat ze hier bij Rijksen zelf het hout verschredderen en opslaan in een bunker. Maar 90 procent van onze klanten koopt de brandstof in. Dat kunnen pellets of houtsnippers zijn. De ketels werken op allebei. Er is alleen een ander toevoersysteem nodig.” Bergen levert de diverse opslagsystemen voor snippers en pellets. „Voor elk systeem hebben we een oplossing”, laat Moesbergen weten.

Installateur en eindgebruiker ontzorgen

Bergen verzorgt de installatie van de ketelhuizen met opslag van brandstof en het transportsysteem van de brandstof naar de ketel. „De installateur doet de binneninstallatie, het aansluiten van de biomassaketel op de verdeler”, zegt Moesbergen. „Dat was hier ook zo, want de installatie was al aanbesteed. Maar als de klant erom vraagt, dan verzorgen wij ook de totale installatie. We ontzorgen de installateur door met hen mee te denken. Hij doet zijn eigen installatiewerk en heeft geen omkijken naar de installatie van de ketel.” De installatie werkt volautomatisch. „De ketels hangen aan het internet in de cloud”, vertelt Moesbergen. „Ze werken met Siemens software. Ik kan op afstand meekijken met de klanten. Als ze iets willen wijzigen of er is een storing, dan kan ik in het systeem inloggen.”

Calculaties

Bergen verzorgt eveneens de calculaties als leidingdiameters en terugverdientijden. Ook helpen we de klant met de aanvraag van subsidies. ISDE subsidies worden verstrekt voor ketels die voldoen aan de strenge eisen tot 500 kW. Bij de ISDE subsidie krijg je voor de eerste 40 kW 2.500 euro subsidie. Elke kW daarna is 110 euro meer. Voor ketels boven de 500 kW wordt de SDE+ subsidie verstrekt. De SDE+ subsidie is afhankelijk van de hoeveelheid energie die verbruikt wordt en die loopt 12 jaar.

„We ontzorgen de installateur door met hen mee te denken.”

Er wordt een inschatting gemaakt hoeveel energiebehoefte er bij een bedrijf is. Er wordt maandelijks een bedrag betaald en aan het einde van het jaar volgt de eindafrekening. Bovendien wordt er op stookkosten bespaard. Eén kuub gas komt overeen met ongeveer 1,8 kilo pellets en 2,5 kilo houtsnippers. Het is 40 tot 60 procent voordeliger dan aardgas. Het stoken met houtsnippers is het voordeligst. Het verschil met propaan en olie is nog groter, want die prijzen liggen nog hoger.”

Gesloten systeem

„We wilden ons nieuwe pand zoveel mogelijk CO2-neutraal bouwen”, laat Rijksen weten. „Door met onze afvalstroom te verwarmen hebben we een gesloten systeem. We hebben bovendien gekozen voor een biomassaketel met een groot vermogen. We zitten hier op een nieuw bedrijventerrein. Met onze ketel kunnen we de aangrenzende panden ook van warmte voorzien. Het eerste contract is er al, waarbij we een pand van 10.000 m2 van warmte gaan voorzien.

„We wilden ons nieuwe pand zoveel mogelijk CO2-neutraal bouwen. Door met onze afvalstroom te verwarmen hebben we een gesloten systeem.”

Ons eigen pand is 3.300 m2. We hebben de mogelijkheid om nog twee panden van ongeveer 5.000 m2 te verwarmen. We hebben voor Bergen gekozen omdat dit bedrijf in een korte straal van ons bedrijf zit. Daarnaast zijn we bij klanten gaan kijken en we hoorden positieve berichten over de ketel. De aanleg en hoe alles geregeld werd, is naar tevredenheid gegaan. Het mooie van dit systeem is dat de leverancier bij een storing op afstand mee kan kijken. Bovendien houden ze bij Bergen de emissie bij. Dat ontzorgt ons, en zo kunnen we ons bezighouden met waar we goed in zijn: houtbewerken. Het verbaast me hoe weinig de ketel verbruikt. We hadden een flinke voorraad van 120 kuub snippers, om er zeker van te zijn dat we deze winter geen koude voeten hebben. Maar die voorraad hebben we nog lang niet op. Het systeem werkt veel beter dan verwacht.”

Onderhoud

Het jaarlijks onderhoud van de ketel is ook belangrijk om er zeker van te zijn dat de emissiewaarden goed blijven. Als er een vervuiling is, worden de waardes niet gehaald. „We doen geen scopekeuringen, maar we testen wel de beveiliging en letten op vervuiling”, zegt Moesbergen. „Alle toestellen boven de 20 kW zijn keuringsplichtig volgens de Scios scope 5a. Vanaf 400 kW is het ook verplicht om een stofmeting op het toestel toe te passen. De fabrikant kan wel zeggen dat het een prima toestel is, maar de CSC-inspectie moet dat aantonen. Alle veiligheden worden getest. Als de stroom uitvalt, blijft het hout doorbranden. Daarom moet er een beveiliging op zitten om te voorkomen dat het vuur in de bunker kan komen.”

Keuring en veiligheid

CSC-inspecteur Bertrand Sternsdorff is bezig met de keuring van de biomassaketel. „De keuring bestaat uit twee delen, de veiligheidsmetingen en de emissiemetingen”, legt hij uit. „Bij de veiligheidsmetingen let ik op de maximum watertemperatuur, de waterdruk en de veilige toevoer van de houtsnippers. Ik kijk of de klep werkt die de toevoer afsluit als er een storing is, zodat de vlam niet in de toevoerpijp kan komen. Ook let ik erop of er water in de blusinstallatie zit. Verder bekijk ik of de installatie veilig aangelegd is, of er voldoende beluchting in de ruimte is en of er voldoende ruimte rondom de installatie is voor veilig onderhoud. Ook moet er voldoende verlichting zijn om de onderhoudswerkzaamheden goed uit te kunnen voeren. Bij de emissiemetingen meten we de emissies van CO2, stikstofoxide en of er zwaveldioxide uitgestoten wordt. Ook let ik op het fijnstof.” Als alles in orde is, prijkt aan het eind van de keuring de CSC-sticker op de ketel.