
Stookruimte onder het maaiveld: veilig of niet?
Geplaatst op 05 februari 2018 door Redactie
Uit het Bouwbesluit volgt dat een stookruimte niet zonder meer in een kelder of inpandig mag worden gesitueerd. Maar hoe te handelen als het niet anders kan?
In dit artikel schetsen we het probleem en reiken we een mogelijkheid aan om tot een oplossing te komen, die ten minste gelijkwaardig is ten opzichte van de eisen van in het Bouwbesluit. Deze oplossing bestaat uit het aanbrengen van extra voorzieningen, die de kans op een explosie nagenoeg nihil maken. Kiwa begeleidt dit soort trajecten en verstrekt na goedkeuring een verklaring van gelijkwaardigheid.
Wat is het probleem?
Het Bouwbesluit gaat uit van een explosierisico in elke ruimte met daarin een gastoestel (stookruimte of opstellingsruimte ). Mocht zo’n explosie plaatsvinden dan moet het gebouw blijven staan. De omwanding van een stookruimte moet daarom een voorziening tot drukontlasting (plofwand) hebben. Bij inpandige stookruimten en bij stookruimten die onder het maaiveld liggen kan zo’n plofwand meestal niet gemaakt worden. In nieuwe gebouwen komen stookruimten onder het maaiveld dan ook bijna niet voor.
In bestaande gebouwen vindt men echter nog wel vaak stookruimten onder het maaiveld. Wanneer hier wijzigingen worden aangebracht, bijvoorbeeld bij verbouwing of uitbreiding van het gebouw, of bij vervanging van de bestaande stookinstallatie wordt het punt van de situering van de stookruimte weer actueel.
Een gebouweigenaar die een bestaande stookruimte wil laten verplaatsen staat vaak voor hoge kosten doordat de installateur leidingen, rookgasafvoeren en bekabeling ingrijpend moet veranderen. Soms is dat zelfs technisch zelfs onmogelijk.
De eigenaar ziet daarom soms af van renovatie van de stookinstallatie, ook al is deze technisch aan het eind van zijn leven en is daarbij veiligheid en de bedrijfszekerheid in het geding.
Kiwa biedt een alternatief voor het aanbrengen van explosiewanden: in plaats van maatregelen te treffen tegen de gevolgen van een explosie wordt gekozen voor een aanpak bij de bron: een set van maatregelen die een explosie nagenoeg uitsluit. Dit leidt tot een situatie die gelijkwaardig is aan de eis in het Bouwbesluit. Deze optie wordt hier besproken.
Veiligheidsniveau op dit moment
Kiwa Technology houdt al vele tientallen jaren statistieken bij van gasongevallen. Uit de gegevens voor Nederland blijkt, dat stooktoestellen voor de verwarming van utiliteits- en woongebouwen
hoogst zelden oorzaak zijn van gasexplosies.
Vanaf 1990 tot heden bijvoorbeeld is in deze categorie slechts een vijftal explosies bekend op een totaal van enkele honderden gasexplosies in en buiten gebouwen. Kennelijk is de bestaande regelgeving met betrekking tot de opstelling en inrichting van dergelijke ruimten reeds zeer doeltreffend. Ook de verplichte “Scios-inspecties” dragen bij aan de veiligheid.
Echter, hoe veilig ook, zolang het Bouwbesluit een gasexplosie in de stookruimte als een realistisch risico beschouwt, zijn aanvullende voorzieningen nodig om een situatie te bereiken, die ten minste gelijkwaardig is aan het betreffende artikel in het Bouwbesluit.
Maatregelen om het risico op een gasexplosie te minimaliseren
Van de geregistreerde gasongevallen is bij Kiwa Technology bekend, wat de oorzaken ervan zijn geweest. Deze kennis is niet alleen opgebouwd door het registreren van deze ongevallen, maar is tevens verkregen doordat Kiwa Technology regelmatig onderzoek verricht naar de oorzaak van gasongevallen.
Vanuit die ervaringen heeft Kiwa Technology - in aanvulling op de huidige stookruimte-eisen - criteria opgesteld om het risico van een gasexplosie in die ruimte te minimaliseren.
Deze criteria hebben enerzijds betrekking op de constructie van de installatie en anderzijds op het omgaan met de installatie gedurende de levensduur ervan.
De te nemen aanvullende maatregelen zijn als volgt te verdelen:
Technische voorzieningen, die de kans op het vrij uitstromen van gas beperken
Dit zijn voorzieningen aan de gasleiding in de stookruimte om het risico van het uitstromen van onverbrand gas door menselijk falen tijdens werkzaamheden te minimaliseren, en voorzieningen in de gastoestellen, die het uitstromen van onverbrand gas uit die toestellen moeten voorkomen. Dat laatste is alleen van belang bij oudere toestellen, omdat moderne toestellen hiertegen afdoende beveiligd zijn.
Technische voorzieningen, die de kans op het vormen van een explosief mengsel beperken
Hierbij gaat het om voorzieningen, die belangrijk zijn als er ondanks punt 1. toch onverbrand gas in de stookruimte uitstroomt. Dit zijn aanvullende ventilatievoorzieningen van de ruimte, inclusief voorzieningen die de betrouwbaarheid van de werking hiervan verder moeten vergroten, alsmede voorzieningen die bij het constateren van een gaslek de gastoevoer naar de stookruimte onmiddellijk afsluiten (gasdetectie), ver voordat een gevaarlijke (explosieve) concentratie van het gas wordt bereikt.
Technische instructies voor het verrichten van werkzaamheden, inclusief kwalificering van personeel
Hiermee wordt beoogd te voorkomen, dat onbevoegden, die niet op de hoogte zijn van de geldende regelgeving en van de nadere eisen, werkzaamheden verrichten.
Periodieke controle van de aanvullende voorzieningen
In het kader van de Wet Milieubeheer dient tenminste éénmaal per vier jaar een inspectie van de stookinstallatie plaats te vinden door daartoe gekwalificeerde bedrijven. Aan deze inspectie dienen controles van de aanvullende voorzieningen te worden toegevoegd.
Werkwijze
Indien de gemeente akkoord gaat met het principe om deze aanvullende voorzieningen als gelijkwaardige oplossing ten opzichte van de betreffende eis in het Bouwbesluit te beschouwen, dient de ontwerper een voldoende gedetailleerd plan ter beoordeling te overleggen aan een daartoe gekwalificeerde, onafhankelijke en deskundige adviseur.
Deze adviseur beoordeelt dit plan en geeft aanwijzingen voor de uitvoering in een schriftelijke rapportage. Deze rapportage kan vervolgens onderdeel vormen van de aanvraag voor het verkrijgen van de Omgevingsvergunning (voorheen: Bouwvergunning). Na uitvoering van de werkzaamheden wordt de situatie ter plaatse door de adviseur beoordeeld op de aangebrachte technische voorzieningen en op de ontwikkelde procedures voor de gebruiksfase. Tevens wordt nagegaan of de stookruimten voldoet aan NEN 3028. Indien de stookruimte voldoet aan deze norm en de aanvullende criteria, geeft de adviseur een verklaring van overeenstemming af.
Kiwa Technology heeft gedurende de afgelopen jaren vele vastgoedbeheerders, waaronder gemeenten, scholen, instellingen en bedrijven kunnen ondersteunen door het leveren van deze specialistische adviesdiensten.
