Nieuwe EU-drinkwaterrichtlijn vereist risicobeoordeling van drinkwaterinstallaties en nieuwe lijsten
Geplaatst op 09 november 2021 door Redactie
Na ongeveer 23 jaar en enkele tussentijdse wijzigingen is op 12 januari 2021 een volledig nieuwe EU-drinkwaterrichtlijn in werking getreden. De richtlijn moet uiterlijk 12 januari 2023 door de lidstaten in de nationale wetgeving zijn opgenomen. De vereiste risicobeoordelingen en de Europese lijst van toegestane grondstoffen, materialen en stoffen zal grote gevolgen hebben voor de installatiewereld. Het artikel geeft een overzicht van belangrijkst veranderingen en hun gevolgen voor drinkwaterinstallaties in gebouwen.
Met de nieuwe drinkwaterrichtlijn streeft de Europese Commissie twee algemene doelen na: enerzijds moet worden gezorgd voor "een hoog niveau van bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid tegen de negatieve effecten van verontreinigd drinkwater". Anderzijds moet rekening worden gehouden met de herziene versie van het eerste Europese burgerinitiatief ‘Right2Water’. De richtlijn moet uiterlijk op 12 januari 2023 in de nationale wetgeving zijn opgenomen. Er zijn vijf terreinen waarop de grootste veranderingen zich afspelen.
Kosteloze distributie van drinkwater
Een van de belangrijke doelstellingen van de aanpassing van de drinkwaterrichtlijn is verbetering van de kwaliteit van het drinkwater (kraanwater) in leidingen, waardoor ook de CO2-uitstoot en het verbruik van plastic verminderen. Om dit te bereiken, zijn de lidstaten verplicht om drinkwater in publiek toegankelijke en openbare gebouwen gratis of tegen een kleine servicevergoeding – bijvoorbeeld voor klanten van restaurants, kantines, tankstations e.d. beschikbaar te stellen (zie toelichting nr.33). Dit doel is in artikel 16 voor de lidstaten als bindend vastgelegd.
In toelichting nr 40. wordt uitgelegd hoe CO2 en het gebruik van plastic verminderd kunnen worden. De Raad van de Europese Commissie gaat er vanuit dat beter geïnformeerde burgers meer vertrouwen krijgen in de kwaliteit van het kraanwater waardoor de consumptie toeneemt. Daardoor zou er minder fleswater geconsumeerd worden, wat de hoeveelheid plasticafval vermindert. Bovendien leidt minder transport (van water in flessen) eveneens tot een beperking van de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2.
Artikel 2 ‘Definities‘
Hieronder volgt een overzicht van de definities van begrippen die in het artikel gebruikt worden:
- `Water voor menselijk gebruik`: Al het water dat voor drinken, koken en de bereiding van maaltijden of andere huishoudelijke doelen bedoeld is.
- `Huishoudelijk leidingnet`: leidingen, fittingen, armaturen en toe-stellen die geïnstalleerd worden tussen de watertoevoer en de kranen op zowel openbare als ook op particuliere locaties. Deze leidingen, fittingen en toestellen worden normaal gesproken gebruikt voor de distributie van drinkwater en voor watertappunten voor menselijke consumptie.
- `Prioriteitslocaties`: Grote ruimtes en locaties die geen huishouding vormen, maar wel veel gebruikers kunnen worden blootgesteld aan wa-tergerelateerde risico's. Hieronder vallen met name grote, openbare loca-ties, zoals gedefinieerd door de lidstaten
- `Risico`: Een combinatie van de waarschijnlijkheid van het optreden van een gevaarlijke gebeurtenis en de daaruit voortkomende schade indien de gevaarlijke gebeurtenis zich voordoet in het drinkwaterleidingsysteem.
Artikel 7 'Risicogebaseerde aanpak voor veilig water'
De risicogebaseerde aanpak van de nieuwe richtlijn is in de toekomst van groot belang. Hij is gebaseerd op het Water Safety Plan (WSP) - ofwel waterveiligheidsplan van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), dat ook voor gebouwen beschikbaar is. De EU-richtlijn vereist dat de lidstaten een op risico's gebaseerde benadering nastreven voor alle onderde-len van de watervoorziening; van de waterwinning tot aan de watertap-punten.
In de aanpak moet rekening worden gehouden met grondstoffen en materialen die met het drinkwater in contact komen, maar vooral ook met legionella. Vanaf de inwerkingtreding van de richtlijn op 12 januari 2023 maar uiterlijk op 12 januari 2029 moeten de eerste risicobeoordelingen worden uitgevoerd. Vervolgens worden de beoordelingen om de zes jaar herzien en waar nodig bijgewerkt.
Artikel 10 'Risicobeoordeling van huishoudelijk leidingnet'
Volgens artikel 10 moet de risicobeoordeling van een huishoudelijk leidingnet ook rekening houden met de materialen en stoffen die in contact komen met het drinkwater, maar ook met Legionella en andere microbiologische en chemische parameters die in de bijlage genoemd worden.
De lidstaten moeten de randvoorwaarden stellen voor een dergelijke risicobeoordeling van drinkwaterinstallaties. Er is bepaald dat bij een risicobeoordeling en een plan voor minimalisering en eliminatie van risico’s zowel specialisten en vakmensen, als eigenaren en consumenten betrokken moeten zijn.
De risicobeoordeling conform artikel 10 en de daarop volgende risicobeheersing gaan verder dan de specifieke maatregelen per land bij te hoge legionellawaarden. Want risicoanalyses werden tot nu toe alleen reactief uitgevoerd en beperkten zich tot legionella. In de toekomst zal sprake zijn van een periodieke beoordeling van drinkwaterinstallaties volgens de algemeen erkende richtlijnen en protocollen. Deze beoordeling legt de geselecteerde chemische en microbiologische parameters vast.
In Nederland bestaat een dergelijke aanpak al. Wij hebben `Legionella-adviseurs` die proactief drinkwaterinstallaties bekijken, evalueren en exploitanten adviseren de aanpak van over hygiënische zwakke punten. Dan vindt er bijvoorbeeld een strengere temperatuurbewaking van relevante secties in de leidingen en hygiënespoelingen op zelden gebruikte armaturen. Waarschijnlijk wordt dit soort maatregelen - in min of meer vergelijkbare vorm - in de toekomst in veel Europese landen de nieuwe standaard. De basis hiervoor wordt het waterveiligheidsplan van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Met behulp van elektronische kranen en watermanagementsystemen zoals SWS en SMART.SWS van Schell (afb. 1) kan zowel de bewaking van de temperatuur als ook het beheren van de spoelmaatregelen eenvoudig worden gerealiseerd.
Artikel 11 'Minimumvereisten voor materialen die met voor menselijke consumptie bestemd water in contact komen'
In artikel 11 worden voor het eerst EU-brede, uniforme eisen gesteld aan materialen, de samenstelling daarvan of bestanddelen die in contact met drinkwater komen. Het gaat daarbij niet om de duurzaamheid en functionaliteit van producten die in contact komen met drinkwater, maar uitsluitend om hun hygiënische eigenschappen; d.w.z. het mogelijk vrijkomen van stoffen. Dit systeem van lijsten van toegelaten materialen, samenstellingen of bestanddelen kennen we al van het 4 MS-initiatief in Groot-Brittannië, Nederland, Frankrijk en Duitsland.
Aangezien echter in Europa veranderingen ten opzichte van het 4 MS-systeem te verwachten zijn, zullen fabrikanten hun uitgangsstoffen (materiaal), samenstelling of bestanddelen moeten herzien. Vooral omdat de grenswaarde voor lood in drinkwater gehalveerd is van 10 µg/l naar 5 µg/l en de legeringen op koperbasis ook aan deze nieuwe grenswaarde moeten worden aangepast. Het tijdschema voor deze nieuwe positieve lijsten wordt getoond in afb. 2. Het is nog niet te zeggen of er een overgangsperiode komt voor het vervangen van ongeschikte materialen en hoe lang die kan duren.
Bijlage deel 1 D 'Parameters relevant voor de risicobeoordeling van huishoudelijk leidingnet'
Dit deel D bevat slechts twee parameters: ‘Legionella` en `Lood’. Verdere algemene eisen voor drinkwater zijn samengevat in Deel A ‘Microbiologische parameters` en Deel B `Chemische parameters`.
Dit is de eerste keer dat ‘Legionella’ expliciet wordt genoemd in een EU-drinkwaterrichtlijn.
De meeteenheid van Voor ‘lood’ geldt in eerste instantie nog een parameterwaarde van 10 mg/l. Maar “De lidstaten moeten er alles aan doen om tegen 12 januari 2036 de lagere waarde van 5 μg / l te bereiken".
Uiteindelijk zijn er twee data, die van belang zijn voor de verlaging van de loodwaarde van 10 µg/l naar 5 µg/l: 12 januari 2025 bij de vaststelling van lijsten met toegelaten materialen en 12 januari 2036 bij de bepaling van de richtlijnen voor watermonsters bij de tappunten in de gebouwen.
Conclusie
De Raad van de Europese Commissie heeft een uitgebreide nieuwe drinkwaterrichtlijn gepubliceerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de eisen van het eerste Europese burgerinitiatief `Right2Water` en van de EU Green Deal om plastic afval en CO2 te verminderen. Deze doelstellingen leiden onder meer tot voor heel Europa uniforme eisen aan materialen, samenstellingen of bestanddelen en op een periodieke risicobeoordeling van drinkwaterinstallaties. Verder moeten drinkfonteinen en andere mogelijkheden voor gratis drinkwatervoorziening aan consumenten in openbare gebouwen en horecagelegenheden worden bevorderd.
Het is zinvol om deze risicobeoordeling van drinkwaterinstallaties uit te voeren op basis van het Water Safety Plan (WSP) van de Wereldge-zondheidsorganisatie (WHO). Met een watermanagementsysteem zoals de SWS / SMART.SWS van Schell kan risicobeheersing en de docu-mentatie daarvan bijzonder economisch worden gerealiseerd. Het systeem bewaakt de watertemperaturen en spoelt automatisch volgens EN 806-5 alle tappunten in het gebouw als het drinkwater langer dan 7 dagen in de installatie staat.