Test- en trainingscentrum voor Europese monteurs
Geplaatst op 13 juli 2021 door Redactie
In twee recent geopende officiële test- en trainingscentra test Maatt, het label van Covebo dat is gespecialiseerd in de installatie- en elektrotechniek, vakkrachten voordat zij aan het werk gaan bij opdrachtgevers in Nederland. De verwachting is dat in 2021 meer dan 150 monteurs van Maatt het test- en trainingstraject doorlopen.
Om de test- en trainingscentra te optimaliseren en tot de beste match tussen vakkrachten en opdrachtgevers te komen brengt Maatt, in samenwerking met opdrachtgevers, vooraf specifieke vaardigheden in kaart waarover de Europese kandidaten moeten beschikken. “Onze motivatie voor de test- en trainingscentra is om een zo optimaal mogelijke match tussen kandidaat en opdrachtgever te realiseren. Om dit mogelijk te maken, testen we of de kwaliteiten en vaardigheden van vakkrachten die we naar Nederland halen, aansluiten op het werk dat ze in de praktijk gaan doen”, aldus Richard Rademaker, vestigingsmanager van Maatt Nijkerk. “Veel bedrijven in de technische sector hebben te maken met uitstroom, vaak al redelijk snel nadat een vakkracht is gestart. Dit komt doordat een kandidaat niet altijd voldoende ervaring heeft, soms niet bekend is met de Nederlandse veiligheidsrichtlijnen of nog niet over de juiste competenties beschikt die nodig zijn om het werk naar tevredenheid van de opdrachtgever te verrichten. Mede met behulp van onze centra brengen wij daar verandering in.”
Testen van kandidaten
MAATT test iedere monteur die gaat werken op de projecten in Nederland. De kandidaten die in de test- en trainingscentra komen, verstaan hun vak al en worden getest op werken naar de Nederlandse maatstaven. Jeroen Willemsen, trainer in het Test- en Trainingscentrum in Nijkerk, test de monteurs gedurende minimaal 3 dagen op verschillende vaardigheden en beoordeelt de kwaliteit van het werk van de monteurs. Sinds de start zijn al meer dan 100 installatie -en elektromonteurs (coronaproof) getest.
“Een goed begrip van de Engelse taal en communicatievaardigheden zijn belangrijke selectiecriteria waar we Europese vakkrachten op beoordelen”, aldus Willemsen. “Buitenlandse monteurs zijn in beginsel meer gericht op kwantiteit, maar voor Nederlandse opdrachtgevers zijn netheid en precisie ook erg belangrijk. Om dat over te brengen en vakmensen erin te kunnen trainen, is duidelijke communicatie van essentieel belang. Ook verschillen de Nederlandse omgangsvormen vaak met die in andere landen. Zo vinden buitenlandse monteurs het bijvoorbeeld onbeleefd om ‘nee’ te zeggen of geven ze het niet direct aan als ze iets niet begrijpen. De kunst is om dat goed in te schatten. Met heldere communicatie kun je misverstanden sneller tackelen”.
Sommige opdrachtgevers willen een monteur het liefst met tekeningen in het diepe gooien. Dat is bij vakkrachten die onze standaarden niet kennen echter niet meteen mogelijk. “Monteurs uit het buitenland kennen de aansluitprincipes vaak wel, maar geven net even anders uitvoering aan het installatiewerk. Denk bijvoorbeeld aan de kleurstelling van draden in de elektrotechniek, beugelafstanden bij verschillend leidingwerk en gebruik van diverse materialen met hun toepassingen. Ook hier bereiden we onze vakkrachten op voor,” aldus Willemsen.
Persoonlijke begeleiding
Maatt is bij aanvang van een nieuwe opdracht vaak zelf aanwezig op de werkvloer om kandidaten bij de opstart van de werkzaamheden te ondersteunen. Een ervaren medewerker van Maatt kan ze op de werkvloer zelf nog vaardigheden bijbrengen, waardoor betere matches ontstaan en medewerkers langer bij opdrachtgevers blijven. Maatt heeft de ambitie om de test- en trainingscentra de komende jaren verder door te ontwikkelen, aan de hand van de behoeften van opdrachtgevers. Zo wordt er gekeken naar een soortgelijk traject voor paneelbouwers.