Hygiënebewust ontwerpen met afkoeltrajecten in warmwaterinstallaties
Geplaatst op 18 juli 2017 door Redactie
Bij het ontwerp van drinkwaterinstallaties heeft de aandacht zich lange tijd gericht op de verdeelleidingen voor warm drinkwater (PWH – potable water hot). Recent onderzoek van Viega bevestigt het toenemende risico van ongewenste opwarming van koud drinkwater (PWC – potable water cold). Dat kan effectief worden voorkomen door een hygiënebewust ontwerp van de installatie. In verlaagde plafonds met hoge warmtelasten kan bijvoorbeeld een automatisch spoelsysteem worden ingepland. In droogbouwwanden moet rekening worden gehouden met een afkoeltraject tussen de PWH-circulatieleidingen en de taparmaturen.
De ongewenste opwarming van PWC in drinkwaterinstallaties zit min of meer ‘ingebakken’ in de huidige bouwtechniek. Langgerekte horizontale verdeelsystemen laten zich, bijvoorbeeld in ziekenhuizen of verzorgingsinstellingen, eenvoudig installeren in verlaagde plafonds. Juist daar zijn echter veelal ook warmtevoerende leidingen geïnstalleerd die, samen met bijvoorbeeld inbouwverlichting, voor hoge warmtelasten in de open ruimte zorgen. Deze warmte kan - zelfs bij geïsoleerde leidingen - overgaan op het drinkwater.
Uit het onderzoek is verder naar voren gekomen dat in droogbouwwanden met name de aansluitleidingen van taparmaturen worden beïnvloed. Het gaat daarbij om armaturen waarvan de warmwaterzijde deel uitmaakt van een circulatiesysteem (PWH-C). Bij stagnatietijden kan dit in de koudwaterleiding tot gevolg hebben dat een kritische stijging van de (water)temperatuur optreedt.
Maar ook in de taparmaturen zelf worden daardoor hygiënische risico’s voor de drinkwaterkwaliteit veroorzaakt. Bij het gebruik van een doorstromende dubbele muurplaat kan het warme water, via het massieve armatuur, warmte overdragen op het stilstaande koude water. Zo ontstaat na korte stagnatietijd al een temperatuur van meer dan 30 °C, dat de kiemvorming bevordert.
Isoleren en spoelen
Om de hygiënerisico’s door warmteoverdracht in schachtinstallaties te vermijden, kan over het algemeen worden volstaan met isolatiemateriaal van genormeerde dikte. Dat blijkt uit recente berekeningen van Viega. In verlaagde plafonds met hoge warmtelasten kan een betrouwbaar temperatuurbehoud alleen worden verzekerd door gedwongen waterverversing met behulp van bijvoorbeeld een spoelsysteem dat afgestemd is op het gebruik.
Om de hygiënekritische warmteoverdracht bij taparmaturen in drinkwaterinstallaties te voorkomen, moeten deze aan de warm waterzijde niet via een dubbele muurplaat worden opgenomen in het circulatiesysteem. Daarentegen kan beter gebruik worden gemaakt van lange afkoeltrajecten ter grootte van 10xDN. In droogbouwwanden kan het voor het behoud van de drinkwaterkwaliteit zinvol zijn om het armatuur al vanaf het verlaagde plafond zonder circulatie aan te sluiten.
Daarmee moet weliswaar gebruik worden gemaakt van aansluitleidingen van 2 – 3 meter lengte en wachttijden van enkele seconden, maar er worden zo ook geen onnodige warmtelasten overgedragen op de veelal goed geïsoleerde wanden. Wordt dit toch gedaan dan wordt bij parallel aangelegde aansluitleidingen al snel een kritische opwarming van de PWC bereikt.
Dubbele muurplaten als bescherming tegen stagnatie kunnen wel gewoon in PWH ringleidingen worden ingezet, voor zover ze geen deel uitmaken van een PWH-C-circulatiesysteem. Daartoe behoort bijvoorbeeld een gebruikelijke etage-installatie – ook met decentrale warmwatervoorziening.