Gebouwen vol technologie, houden we dat vol?
Geplaatst op 19 juni 2025 door Redactie
Themaserie over arbeidsmarkt en opleiden voor gebouwautomatisering
deel 1 Waar we het over moeten hebben en waarom
Techniek en technologie in gebouwen, langzamerhand belangrijker dan stenen. Misschien geldt dat nog niet helemaal in de realisatiefase, maar zeker wel bij het gebruik van vrijwel elk bouwwerk. Klimaatregeling, luchtbehandeling en energievoorziening zijn de meest in het oog springende factoren die paniek opleveren als de techniek het laat afweten. En dat gebeurt, als we geen of onvoldoende mensen beschikbaar hebben en houden om alles te beheren en te beheersen. Dagelijks staan de media in ons land vol met berichten over bestaande en dreigende tekorten aan geschoolde vakmensen.
Hoe staat het met deze dreiging in de wereld van kwetsbare en complexe gebouwautomatisering en hoe maken we van die dreiging een uitdaging om tegenaan te gaan?
Deze vragen kwamen op tafel in een rondetafeldiscussie tussen opleiders en partijen uit de waardeketen van gebouwautomatisering. Het werd een boeiende uitwisseling van gedachten en ervaringen, op locatie bij opleidingsinstituut ROVC in Ede, midden tussen de trainingsopstellingen, luchtbehandelingskasten en regelmodules.
In dit eerste artikel wordt de aanleiding geschetst; definiëren de gesprekspartners het begrip gebouwautomatisering; komt een analyse van het arbeidsmarktprobleem over tafel en krijgen we enig zicht op de aantallen tekorten en de trends daarin.
In twee vervolgartikelen komen de volgende onderwerpen aan de orde: de oorzaken van de tekorten, het aanbod aan opleidingen, scholing binnen bedrijven zelf, salarisontwikkelingen in de sector, de snelheid van technologische ontwikkelingen, drempels voor bepaalde groepen binnen de arbeidsmarkt, vergelijking met het buitenland, de rol van de overheid en tenslotte adviezen voor individuele bedrijven.
Aanleiding en opleidingsveld
Een aankondiging van een andere opleider, Avans+ vormde de trigger tot het gesprek. Samen met een aantal regeltechnische bedrijven gaat het ‘spin-off’ instituut van de Hogeschool Brabant een leertraject opzetten voor afstudeerders van het MBO, richting gebouwautomatisering. De bedrijven gaan de studenten aanleveren en worden betrokken bij de uitvoering van de opleiding. Antoine Brunink, eindverantwoordelijke voor het cluster ‘Building Intelligence binnen het Unica concern stond aan de basis van het initiatief. “De vraag was, hoe kun je mensen met alleen een algemene basisopleiding meteen doorscholen richting ons vakgebied, in combinatie met een traineeship”
"Van basis naar bedrijfspraktijk"
De nieuwe opleiding moet een aanvulling gaan worden op wat ROVC doet, het opleiden van mensen die al in bedrijven werken op MBO-niveau, in allerlei specialismen van techniek in gebouwen. In Ede staan indrukwekkende praktijkopstellingen om op te trainen. “We bieden ruim tweehonderd trajecten voor de installatiewereld en de industrie” vertelt ROVC-opleidingsdirecteur Waldo Linders. “It’s a hell of a job om dat mooi en goed en actueel te houden”.
Het derde opleidingsinstituut aan tafel is TVVL, gevestigd in Woerden. Een aantal jaren geleden ontwikkelde deze organisatie, samen met de FHI-branchevereniging voor gebouwautomatisering, de leergang ‘Systeemarchitect Gebouwautomatisering’. Het was een reactie op de gesignaleerde noodzaak om systeemkennis in de arbeidsmarkt beschikbaar te krijgen, op het niveau van hbo/hbo+. Later ontwikkelden dezelfde partners ook een traject voor ‘Engineer Gebouwautomatisering en -beheer’, op mbo+ niveau.
Gebouwautomatisering, wat is dat eigenlijk?
Om helder te krijgen waarover we praten, is het handig om met elkaar te definiëren wat we verstaan onder ‘gebouwautomatisering’.
“Een bovenliggend systeem dat kleppen aanstuurt en zorgt voor een goed binnenklimaat” is de omschrijving van Richard Daamen, Managing Director van Belimo Nederland en voorzitter van de brancheorganisatie FHI Gebouw Automatisering. Een ‘platgeslagen definitie’ noemt hij het zelf. Dat Belimo leverancier is van hardwarecomponenten voor klimaatsystemen kleurt zijn invulling.
Peter Boer van CBRE, wereldmarkt speler in ontwikkeling, verhuur en beheer van commercieel vastgoed, legt andere accenten. Hij noemt gebouwautomatisering “het automatiseren van de technische installaties binnen een gebouw, zodanig dat het gebouw gebruikt kan worden waar het voor bedoeld is”.
Antoine Brunink van Unica/Regel Partners sluit zich daar bij aan met een versterkende aanvulling. “Heb je in een gebouw geen automatisering, dan kun je het geen functie geven, blijft het een lege huls.”
“Het is niet alleen de bovenlaag”, meent Wim Slabbekoorn, service manager bij Sauter Building Control. “Het is echt álles, alles werkt met alles samen. Steeds meer ‘intelligentie’ in de technische installaties verschuift van centrale automatiseringsstations naar de rand, het ‘veld’.”
Overigens onderscheidt Slabbekoorn de facility management functie wel van wat hij verstaat onder gebouwautomatisering. Maar, “als je facility management geautomatiseerd wilt doen, dan is gebouwautomatisering daar een cruciaal deel van.”
Peter Boer kent die samenhang vanuit de CBRE-praktijk. Bij ‘multi-tenant’ gebouwen ziet hij de werelden van eigenaren en gebruikers elkaar raken. “Daar zijn de functies vaak verweven. Ik zeg dan regelmatig ‘maak een technisch ethernet voor alles wat gebouwgebonden is. Ontsluit dan alle data zodanig dat de huurder daar van alles mee kan doen, met zijn koffieautomaat, vergaderruimte reservering, people counting, weet ik veel. Houd de zaken gescheiden.’”
Onderwijsontwikkelaar bij ROVC, Nico van Leeuwen, ziet gebouwautomatisering zich niet beperken tot de functie van het gebouw. “De systemen bewaken ook dat wet- en regelgeving wordt nageleefd. Als straks, in 2026, de GACS (Gebouw Automatisering Control Systems) – verplichting van kracht wordt, dan moet je alles kunnen aantonen.”
Tom Hundertmark, senior adviseur bij ingenieursbureau RHDHV, kijkt toch nog iets breder naar wat gebouw automatisering eigenlijk is, of moet zijn. “We kunnen wel willen automatiseren, maar als iets niet te automatiseren is…… Je moet weten wat het proces is, hoe het in elkaar zit. Als automatiseerder moet je het proces dat je zou willen automatiseren kennen en snappen”. Naast overeenkomsten ziet Hundertmark hier ook verschillen tussen gebouwautomatisering en procesautomatisering in de industrie. “In de industrie krijgt de automatiseerder van de procestechnoloog exact te horen wat er geautomatiseerd moet worden. Dat kennen we niet in de installatiewereld van gebouwen. Wij vragen van iemand die verstand heeft van ICT-systemen om tegelijk ook bezig te gaan met elektrotechniek en werktuigbouwkunde. Dat is een complexiteit die het spannend maakt”.
De laatste definitie-aanvulling komt van Kees-Jan Jekel-Sweerman, manager opleidingen techniek bij Avans+. Hij benoemt het veiligheidsaspect. “Tegenwoordig heb ik geen discussie met eindgebruikers over de beveiliging van het ict-netwerk, maar over de kinderlijke eenvoud waarmee een gebouw compleet ‘plat gelegd’ kan worden.” Bij deze opmerking komen rond de tafel de anekdotes los over lijstjes met inlogcodes op prikborden. Gespreksleider Kees Groeneveld sluit de discussie over de definitie af met de one liner “Blijf uit de klauwen van de cloud.”
Waar het mis is in de arbeidsmarkt
Het gaat niet goed in de arbeidsmarkt voor gebouwautomatisering. Als we weten over welk stuk technologie we praten, dan kunnen we helder proberen te krijgen waar precies de discrepanties zitten, in welke functies. Unica/Regel Partners - man Antoine Brunink ziet problemen bij ”alle engineeringsfuncties, sales engineering, calculatie, werkvoorbereiding, inbedrijfstelling. Bij projectleiding ook wel, maar in die functie is het iets makkelijker om iemand zelf op te leiden.”
"Dan is het gedaan met gebouwautomatisering"
Nico van Leeuwen van ROVC vraagt zich af of de opkomst van AI, slimme software, de functie van engineers, het ontwerpen en bouwen van systemen, niet zal gaan overnemen. “Als je niet voor de functies net daaronder gaat werven, dan krijg je echt problemen. Al doemdenkend, lijkt het er op dat het over tien jaar is gedaan met gebouwautomatisering.” Van Leeuwen bedoelt daarmee niet dat er dan geen geautomatiseerde gebouwen zijn, maar dat bepaalde functies niet meer gevraagd zullen worden. Hij refereert daarbij aan het ontwerpen van panelen, een discipline “die al volledig is overgenomen door geavanceerde software”.
“Dan hebben we het over de mensen op mbo-niveau”, merkt Tom Hundertmark op. “Wij moeten het als ingenieursbureau hebben van hbo- en wo-opgeleiden. Ook daar heb ik een schrijnend tekort.” Hij beaamt dat AI “dingen kan oplossen”, met een ‘maar’. “Kunstmatige Intelligentie kan combineren en kopiëren, maar niet creëren. Daar heb je menselijke hersens voor nodig”. Hundertmark ziet dat dit aspect extra actueel is vanwege “de transitie die we doormaken. We moeten nieuwe oplossingen bedenken en dat gaat niet met een systeem dat alleen kijkt naar het verleden waaruit het combinaties maakt. We moeten jonge mensen zover krijgen dat ze zien waar en hoe ze creatief kunnen zijn en mogen zijn.”
Aantallen en trends
Als we weten welke functies ingevuld moeten worden, dan is de volgende vraag over welke aantallen mensen we spreken.
Wim Slabbekoorn ziet vanuit zijn bedrijf, Sauter, nog niet zulke hele grote aantallen. “Enkele honderden misschien”. Al hoofdrekenend komt Antoine Brunink op een aantal van 150 tot 200 acute tekorten, “in engineeringsfuncties”. ROVC opleidingsdirecteur Waldo Linders vraagt zich af in hoeverre de groep die nu in deze functies werkt al is vergrijsd. Wim Slabbekoorn ziet dat het probleem inderdaad groter is dan de genoemde aantallen. “De jonge aanwas uit ROC’s en dergelijke functioneert eigenlijk onvoldoende. We moeten erg veel effort steken in het op niveau brengen van deze mensen.”
Tom Hundertmark rekruteert zijn instroom uit de hogere opleidingen, uit de elektro en de werktuigbouw opleidingen. “In allebei zijn gruwelijke tekorten”. Hij ervaart dat “wo-mensen vaak sneller willen dan je ze opleidt. Ze denken ‘ok, dat heb ik nu gedaan, op naar het volgende’. Maar zo werkt het niet. Ik heb er nu vier, waar ik heel blij mee ben, maar gegarandeerd raak ik er twee van kwijt. Die gaan naar projectmanagement of dat soort zaken. Zijn ze goed opgeleid, mooi, maar van de vier houd ik er dan hopelijk twee over die uiteindelijk alle kennis en kunde opbouwen om de juiste advisering te kunnen doen.”
Nico van Leeuwen van ROVC legt de grote aantallen op tafel. “In de techniek in de breedte zijn er zo’n 90.000 vacatures. We weten dat dat getal in de afgelopen tien jaar verdrievoudigd is. Herkennen jullie hier rond de tafel deze trend?”
"Vacatures verdrievoudigd"
Zonder exact te kwantificeren, ziet Antoine Brunink de trend wel kloppen. “Toen Techniek Nederland meldde dat er vanwege het streven naar verduurzaming 27.000 arbeidsplaatsen bij zouden komen, ben ik eens gaan kijken naar de uitstroom uit de verschillende technische opleidingen. Van de aan ons vakgebied gerelateerde richtingen, elektro, werktuigbouw, mbo, hbo en dergelijke, bleken qua uitstroom vele malen minder te genereren dan alleen al de verduurzaming vroeg.
Kees-Jan Jekel-Sweerman weet dat een groot deel van die uitstroom niet eens de vrije arbeidsmarkt in komt. Die blijft bij de afstudeer-werkgever.”
Richard Daamen heeft vanuit Belimo veel contact met ROC’s. Hij noemt het gebrek aan docenten als knelpunt daar. “Dat gaat over tientallen waar wij het van weten. Landelijk gezien moet dat nog veel meer zijn. En bij de docenten die er zijn moet je vaak nog twee stappen terug doen om uit te leggen waar je het over hebt. Dat zijn de docenten die onderwijs moeten verzorgen, schrikbarend!”
Aldus beweegt de kwantificering zich van enkele aantallen, via honderden naar tienduizenden en weer terug naar tientallen, afhankelijk van hoe specifiek we kijken. Dat de ontwikkelingen alarmerend zijn in kwantiteit en als trend, staat als een paal boven water, of eigenlijk als water aan de lippen.
Waar komt die dreigende situatie vandaan en hoe voorkomen we dat we koppie onder gaan?
Het wordt spannend in deel twee en deel drie van deze serie...
Tekst: Kees Groeneveld