Plausibiliteit in onze heilige netwerken
Geplaatst op 12 mei 2020 door Redactie
De kreet ‘meten is weten’, hoe lang kennen we die al? Het was een populaire promotieslogan in de vijftiger jaren van de vorige eeuw, zo ongeveer 1956. Rond en op de beurs Het Instrument werd de oneliner-avant-la-lettre decennialang gebruikt om het belang van meetapparatuur te benadrukken. Terecht, het heeft ons veel gebracht, maar....
Zo’n vijftien jaar geleden, begin eenentwintigste eeuw, vroeg een leverancier van meetapparatuur mij of ik wist wat de ‘plausibiliteitsanalyse’ is. Geen idee, diep nadenkend kon ik wel iets verzinnen. Zijn uitleg: “Als jouw meetapparaat, een gasdetectiemeter bijvoorbeeld, een cijfer aangeeft, ben je geneigd dat voor waar aan te nemen. Staat er toevallig een komma verkeerd, maakt niet uit waardoor, dan is de uitkomst niet plausibel, niet geloofwaardig. Daar kun je zomaar blind voor zijn. Vaak worden uitkomsten klakkeloos geaccepteerd, zonder de vraag te stellen of het wel waar kan zijn, plausibel is”.
Het was een les naar aanleiding van marktcijfers. Als veel partijen cijfers opgeven, bijvoorbeeld van de export van bepaalde producten, en we tellen al die opgaves bij elkaar op, dan denken we een totaalcijfer te hebben. Veel ondernemers vertrouwden die cijfers niet. En terecht. Ik heb ook wel eens formulieren ingevuld voor het CBS. Hele lijsten met productomschrijvingen. Kost tijd om uit te zoeken wat de juiste is. Weet je wat, ik neem de eerste die er op lijkt.
Ooit analyseerde ik de export van transformatoren. Van een zwaar type transformatoren bleek dat als je het gerapporteerde totaalgewicht deelde door het totale aantal, die per stuk gemiddeld een gewicht hadden waarmee je zo’n transformator absoluut niet kunt bouwen. Sindsdien zeg ik: “cijfers zijn altijd het begin van discussie, nooit het einde”.
Vandaag is er extreme aandacht voor cijfers over de verspreiding en gevolgen van het coronavirus. Via sociale netwerken kun je alles volgen. De cijfers van Rusland wijzigen al dagen niet, blijven op het lage beginniveau in het staatje staan. Niet verbazend bij Poetin. Maar dan de plausibiliteitsanalyse bij de cijfers van Nederland, waar na een paar dagen het aantal van mensen dat genezen is verklaard niet meer werd aangepast.
De heiligverklaring van netwerken heeft gevolgen. Laat ik er twee benoemen.
In de installatiewereld beleven we de verheerlijking van datanetwerken. Hoe meer data, cijfers, hoe beter, meten is weten. Databanken, data-analyse, kunstmatige intelligentie, de netwerktechnologie maakt cijferverslaafd. Gelukkig staat het woord ‘analyse’ nog in het begrippenlijstje. Hoewel, krijgt die centrale positie van het interpreteren wel vorm en inhoud?
De heiligheid van netwerken speelt ook bij virusverspreiding. In onze computernetwerken doet een virus vaak supersnel haar vernietigend werk. De gevolgen zijn niets in vergelijking met virale ziektekiemen die mensen doen overlijden. Een pc vervangen stelt niks voor. Elk mens is uniek, onvervangbaar. En dan de ‘firewalls’. Die wίllen we helemaal niet in onze fysieke netwerken. Liefst netwerken we ‘around the globe’, eindeloos wereldreizend. Dat mag, of mocht, van ons ten koste gaan van contact met buurman en buurvrouw. Schiphol is de ultieme uiting.
Het was eigenlijk nooit plausibel, voortdurend contact met de hele wereld. En cijfers, zelfs de politie houdt er bij het bekeuren rekening mee dat geen snelheidsmeting helemaal correct kan zijn...
Aanbevolen leesvoer: “Weten vraagt meer dan weten, hoe het denken verdwijnt in het regime van maat en getal”, Christien Brinkgreve et al., Amsterdam University Press