Onder hoogspanning
Geplaatst op 21 mei 2019 door Redactie
Hoe zit het nationale wagenpark er over 5 of 10 jaar uit? Ik denk dat niemand daar een echt betrouwbare schatting van kan maken. En u bent niet de enige die op dit vlak niet de perfecte trendwatcher is. De OPEC hecht uiteraard waarde aan schattingen met betrekking tot de groei van elektrische mobiliteit. Dus ook zij maken zich druk met berekeningen en voorspellingen. Hun prognose van de groei van elektrische auto’s in 2015 werd het jaar daarop enigszins gecorrigeerd. Dat wil zeggen, men ging ineens uit van een groei gedurende de komende 25 jaar die 6 maal sneller zou moeten verlopen dan de eerdere prognose. Het zou me niet verbazen als ze binnenkort weer met een scherpe bijstelling naar boven komen.
Recent konden we op het journaal zien, dat in Noorwegen reeds een derde deel van de auto’s volledig elektrische aandrijving heeft. Dat heeft alles te maken met een krachtig stimuleringsbeleid van de Noorse overheid. Positieve prikkels zijn nu nog nodig om de koper van een nieuwe auto te verleiden tot de aanschaf van een elektrische variant. Maar als we ons oor te luisteren leggen bij de grote autoproducenten dan wordt al snel duidelijk dat men juist daar zwaar gaat inzetten op elektriciteit. Volkswagen kwam met een persbericht dat ze over 10 jaar zeventig (!!) elektrische modellen op de markt hebben. Het stond er echt. Dat is toch haast niet voor te stellen?! De verwachting is dat een stimuleringsbeleid binnenkort overbodig is. Simpelweg omdat een elektrische auto goedkoper, beter en schoner is.
Schoner? Misschien was u onlangs ook verbaasd over een berichtje in de pers. Een elektrische auto zou pas na 700.000 kilometer beter zijn voor het milieu. Daar kwam een hele reeks reacties op. En terecht. Het resultaat was een rectificatie in dezelfde krant. In een veel te eenzijdig beeld was de berekening wel erg krom toegepast. In een herziening kwam men met een totaal ander getal. Een elektrische auto zou al na 40.000 kilometer beter zijn voor het milieu in vergelijking met een traditionele variant op benzine, diesel of gas. Daar komt dan nog bij, dat zo een auto bijna onderhoudsvrij is en tevens veel langer meegaat op een en hetzelfde batterijpakket. Er rijden al Tesla’s rond met meer dan 1 miljoen kilometer op de teller!
Dus laten we er maar van uit gaan dat het aantal elektrische auto’s ook in ons land de komende 5 tot 10 jaar exponentieel toeneemt. Goed voor het milieu, maar kunnen we het qua infrastructuur eigenlijk wel aan? Ik denk dat hier het belangrijkste pijnpunt ligt. Iedereen moet de auto wel kunnen laden. Dus het aantal laadvoorzieningen zal ook exponentieel moeten stijgen. En zelfs als dat netjes gebeurt, dan nog zijn er misschien beren op de weg. Stel je voor dat iedereen na z’n werkdag tussen 5 en 8 uur ’s avonds de auto aan de stekker hangt. Kan de enorme piekvraag aan stroom dan wel worden geleverd door het netwerk?
Kortom, er breken spannende tijden aan. In de eerste plaats voor overheden en nutsbedrijven. Maar ook voor mensen in de installatiebranche. Want reken maar dat de elektrificatie van de maatschappij ook heel veel extra werk gaat opleveren! En dat is dan misschien nog een extra pijnpunt. Hebben we in ons land voldoende vaklui die deze enorme omslag tot een succes kunnen maken? Voorsorteren op de elektrische toekomst is dus ook investeren in onderwijs en vakopleidingen!