Zomervakantie

Geplaatst op 28 juni 2018 door Redactie

De zomervakantie komt er alweer aan. Maar wat de zomer betreft zijn we in de lente al behoorlijk verwend. Zowel in april als in mei steeg het kwik af en toe tot zomerse hoogstandjes van 25 graden en meer. En de zon maakte overuren. Zo waren de eerste 10 dagen van mei min of meer de zonnigste sinds tenminste 1901. Zo af en toe sneuvelde er ook een warmterecord maar de lente als geheel was zeker niet de warmste ooit gemeten. Dat kwam vooral door de koude winterse maartmaand.

Een mooie lente is allerminst een garantie voor een warme stabiele zomer. De afgelopen jaren hebben we al zo vaak zomers weer in de lente meegemaakt. Maar tijdens de hoogzomer stelde het weer vaak teleur. Niet qua temperatuur maar wel wat betreft zon en neerslag. Het waren zomers waarin zware stortbuien met regelmaat het nieuws haalden. Op zich zou dit wel eens een beetje de standaard kunnen worden in het nieuwe, veranderende klimaat. Want als het in de lente al lekker zomert, wordt er veel warmte in het water opgeslagen. In de zomer zal de temperatuurstijging van het zeewater maar ook van het water in de grote waterplassen zoals het IJsselmeer of het Markermeer gestaag doorgaan. Warm water betekent automatisch dat er ook veel warmte en waterdamp aan de lucht wordt afgegeven. Warme en vochtige lucht zijn de basis voor onstabiel zomerweer. De opstijgende lucht koelt af en vormt zware buienwolken.

Piekbuien vormen een toenemende zorg en dus ook een uitdaging voor waterschappen en gemeenten. De waterberging in veel doorsnee wijken zijn verouderd ten opzichte van het moderne klimaat. Hoosbuien waarbij in korte tijd soms meer dan 50 millimeter valt, veroorzaken ernstige problemen. De oplossing zit in de opslagcapaciteit van een gebied. Die moet worden vergroot. Dat kan bijvoorbeeld door waterdoorlatende bestrating in de wijken aan te leggen. Wadi’s en meer groen in stedelijk gebied dragen ook bij aan een betere waterberging.

Op grotere schaal kunnen waterbekkens- en reservoirs uitkomst bieden. Te meer, daar vrijwel alle doorgerekende klimaatscenario’s voor ons land ook laten zien, dat er in het zomerhalfjaar een toenemend risico is te verwachten voor ernstige droogte. Dat lijkt tegenstrijdig. Zwaardere buien, maar ook meer droogte. Toch zijn deze tegengestelde weesextremen heel goed te verenigen in het nieuwe klimaat. In ons land en op veel meer plekken op aarde.

Terug naar onze seizoenen. In de zomer hebben we vaak een overschot aan warmte in de bebouwde omgeving en in de woningen. Terwijl we in de winter juist moeten stoken om het binnenshuis een beetje aangenaam te houden. De ultieme oplossing zou zijn, dat we het teveel aan zomerse warmte opslaan. Bijvoorbeeld in een groot en goed geïsoleerd vat onder de woning. Die warmte zou je dan weer kunnen benutten als de warmtevraag in de loop van de herfst begint toe te nemen. In feite kun je zoiets ook doen als we een (diepe) put slaan. De zomerse warmte wordt namelijk ook in de bodem opgeslagen.

Met geothermie in combinatie met een warmtepomp kan een goed geïsoleerde woning de hele winter prima op temperatuur worden gehouden. De benodigde elektriciteit voor de warmtepomp zou idealiter duurzaam moeten worden opgewekt. Bijvoorbeeld door een flinke partij zonnepanelen op het dak. Het is een van de methodes om ‘van gas los’ te gaan. Technisch kan het. De grootste uitdaging is volgens mij niet de techniek, en zelfs niet het geld. Maar wel de beschikbaarheid van goed opgeleide vaklui. Kortom: werk aan de winkel. Meer dan ooit in deze branche!

Reageren

Vul de gegevens in en uw naam en reactie zullen op de website worden getoond. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.
Dero-Uitgevers gaan zorgvuldig om met uw persoonsgegevens.
Bekijk het privacy statement