De wachtrij groeit en groeit…

Geplaatst op 31 december 2024 door Redactie

De problemen met het huidige stroomnet zijn bekend: de infrastructuur is verouderd, de (transport)capaciteit te gering en de vraag naar elektriciteit is ongekend hoog. Sinds de overheid de energietransitie de hoogste prioriteit heeft gegeven, stappen bedrijfsleven, overheid en huishoudens namelijk massaal over van gas op elektriciteit. Helaas is het huidige stroomnet - ook al wordt er flink in geïnvesteerd - daar niet op berekend.

Het gevolg? Duizenden bedrijven staan inmiddels op een wachtlijst; een wachtlijst die groeit en groeit. Grootverbruikers moeten zelfs jaren geduld hebben. De impact van deze congestie is groot: voor de energietransitie, maar ook voor de Nederlandse economie. Zo laat recent onderzoek van de Boston Consultancy Group zien dat we door netcongestie circa 10 tot 35 miljard euro aan economische baten mislopen. Tegelijkertijd blokkeert het onze verduurzamingsagenda en vertraagt het de ontwikkeling van noodzakelijke infrastructuur in de nabije toekomst.

‘Een papieren probleem’
Is er aan de congestie dan helemaal niets te doen? Ja, want dat netbeheerders roepen dat het stroomnet in grote delen van Nederland nu echt vol zit, heeft ook te maken met het feit dat zij - veiligheidshalve - enorme reserves inbouwen. Reserve capaciteit die niet alleen een scherpere risicoafweging voor de leveringszekerheid legitimeren, maar die ook een slimmer gebruik van het netwerkmanagement rechtvaardigen. Want ons congestieprobleem bestaat deels uitsluitend op papier en heeft vooral te maken met hoe we in Nederland de zaken rondom elektriciteit hebben geregeld. Zo mag het transport van elektriciteit uitsluitend door de netbeheerder worden gedaan. Deze is tevens verantwoordelijk voor de registratie van aansluitingen en voor de aanleg van een elektriciteitsnet. Op dat laatste gebied heeft de netbeheerder in Nederland zelfs een monopolie; hij is de enige die dat mag doen. Dit lijkt op het eerste oog logisch, maar is in de praktijk niet altijd even handig en slim.

Energyhubs
Zeker niet, als je van lokale bedrijventerreinen zelfstandige energyhubs maakt, waarbij bedrijven ter plekke op basis van hun individuele energiebehoefte onderlinge afspraken met elkaar maken over wanneer ze elektriciteit leveren en afnemen. Let wel: zonder inmenging van de netbeheerder. Op die manier kom je niet alleen tot de meest efficiënte inzet van elektriciteit, je kunt ook lokale opslag creëren voor tijden van schaarste. Ideaal, toch? Voorbeelden van bedrijventerreinen met zelfstandige energyhubs steken inmiddels overal in Nederland de kop op. Wat daarbij opvalt is de grote animo onder bedrijven hiervoor. Dit bewijst niet alleen dat ondernemingen en organisaties een enorme behoefte hebben aan stroomcapaciteit, maar dat zij ook bereid zijn intensief en samen te zoeken naar oplossingen voor dit soort ‘collectieve’ problemen.

En vooral deze laatste ontwikkeling verdient niet alleen waardering, maar vooral opvolging. Dus: wanneer start de overheid nu eens met het omarmen en faciliteren van dit soort initiatieven? Een wachtrij lost zich namelijk nooit als vanzelf op… .