Geen zin om ‘de sigaar’ te zijn?
Geplaatst op 14 maart 2022 door Redactie
We willen energiezuinig bouwen. Dat is goed voor het klimaat en het bespaart energie, dus geld. Ook beweren we dat dit altijd tot meer comfort leidt voor de gebruiker. Maar… is dat telkens zo? Als de theorie niet exact matcht met de praktijk, zien we gebruikers juist vaak klagen over bijvoorbeeld kou, tocht of een hoge energierekening. Meestal klopt er dan een aanvankelijke berekening niet of is er wat misgegaan tijdens de bouw of montage. Punten waar een installateur niets aan kan doen, maar wel op aangesproken wordt… .
Vorig jaar werd een gloednieuw kantoorpand in de regio Utrecht opgeleverd. Dit stookseizoen belde de eigenaar ons op met het verzoek even langs te komen: de gebruikers van het pand hadden het namelijk koud, ook al zetten ze de verwarming maximaal. Op basis van ons onderzoek met een thermografische camera constateerden wij daar diverse koudebruggen en thermische lekken. Deze ‘zwakke schakels’ in de buitenschil van een pand, komen vooral voor op plekken waar de thermische isolatie niet doorloopt of waar vloerplaten niet op elkaar aansluiten en zorgen voor warmteverlies en voor een tochtgevoel.
Cv-ketel
Vroeger hadden we vaak het advies gegeven de stooklijn wat hoger te zetten. Dat kon, omdat de cv-ketel standaard uitgerust was met voldoende overcapaciteit. Nu - met een warmtepomp - is dat anders. Deze zijn nauwkeurig afgesteld op de berekeningen en calculaties van de aannemer: op de rc-waardes van de muren, van het dak en van de vloeren. Kloppen deze niet met de praktijk - of is het pand niet voldoende lekdicht gebouwd, dan merkt de gebruiker dit meteen in een relatief lage temperatuur en dus in zijn comfort. De warmtepomp tijdelijk even opschalen is door de keuze van het type apparaat, vaak onmogelijk.
‘de sigaar’
De eerste die de eigenaar of gebruiker in zo’n situatie dan belt, is de installateur. Hij is zogezegd ‘de sigaar’, want hij heeft de warmtepomp geleverd, hij is voor de eigenaar of huurder op dit gebied het directe aanspreekpunt. En dus moet hij ‘gratis’ op zoek naar de oorzaak en naar een oplossing. Dit is niet alleen tijdrovend, het is vaak ook ten onrechte; meestal is er in de berekeningen van de apparatuur of tijdens de bouw iets misgegaan en treft de installateur geen blaam.
Onafhankelijk onderzoek
Om dit soort ellende - en forse onkosten - te voorkomen, is het verstandig om bij de oplevering van een nieuw pand een onafhankelijk onderzoek te eisen naar de uitvoering van het bestek: is alles gerealiseerd zoals het er staat? Tegelijkertijd moet dit onderzoek ook uitsluitsel geven over mogelijke fouten, vergissingen, onjuistheden en afwijkingen die tijdens de bouw zijn gemaakt. Dit alles klinkt nogal formeel; in de praktijk valt zo’n onderzoek reuze mee. Bovendien, als de gebruiker eenmaal bezit heeft genomen van het pand - en dan begint te klagen over het comfort - ben je als installateur verder van huis. Veel verder.